Adriaan heeft in de actie tegen het „malle schip” van de West-Zaandamse
kruidenier [uitvinder] Daam Schijf omstreeks 1743 een hoofdrol gespeeld. Dit schip
zou niet worden toegerust met masten en zeilen, maar voortbewogen
worden door een mechaniek met raderen. De stuwkracht zou niet meer door de wind,
maar onafhankelijk van deze wispelturige natuurkracht, door paarden worden
voortgebracht. Door tot nu toe onbekende redenen werd tegen deze nieuwe uitvinding geweldig geageerd. Voorafgaande aan de proefvaart waren er diverse opstootjes van Zaandammers die er op uit waren het schip te vernietigen. Een van de voormannen daarbij was Adriaan van de Stadt.
De officiële proefvaart op 20 Juni 1743 werd een fiasco: er kwam geen beweging in het schip, actievoerders kwamen langszij, klommen aan boord en takelden het schip lelijk toe: meubilair werd overboord gegooid, het dek geramponeerd, de glazen stuk gevaren en etenswaren en wijn werden uit het schip meegenomen.
De Baljuw was terdege ingelicht over de rol hierbij van Adriaan van de Stadt, die om zijn straf te ontgaan naar het buitenland vertrok. De familie betaalde de boete, die de Baljuw aan Adriaan oplegde, uit de middelen die hij van zijn in 1732 overleden vader had geërfd.