<              Korte geschiedenis van de Houthandel
       "E. van de Stadt & Zoonen", opgericht 31 dec 1812


     [Bronnen: "Engel van de Stadt, zijn voor- en nageslacht" familie stamboek uit 1951;
         en „E. van de Stadt & Zoonen”, jubileum boekje van de houthandel door J.H. van de Stadt, 1930;
         en Gesprekken met Jan Nico van de Stadt in 2017;
         en een hoofdstuk uit "Hout aan de Zaan", door Peter Roggeveen: „E. van de Stadt & Zoonen, Zeven generaties vererfd van vader op zoon”,.]


    Inhoud:
1695 begin van de houthandel
Molen de Jonge Beer
Huybert [2]

Jan [21]
Jan [2131]
Nieuwe houtzagerij, 1911

Tegeltableau 1945
Ridder Jan, 1955
67 jaar in dienst


1695        Het oudste deel van de geschiedenis van de houthandel en de familie van de Stadt betreft personen in tak T0 van de familie stamboom.

       1694: In Maart wordt Huybert Symonsz Sleep, alias van de Stadt (1654-1723), [IIa] op een houtveiling in Zaandam als houthandelaar vermeld. Hij is waarschijnlijk de eerste houthandelaar in de familie (p38).
       1756: Op 5 Januari 1756 besluiten Trijntje Pieters Al, weduwe van Jan van de Stadt (1707-1751), [IVb] en Huybert Symonsz van de Stadt (1711-1783), [IVd] een compagnieschap aan te gaan om commissiehandel in hout te drijven (p85).
       1767: Huybert neemt in dit jaar op 2 April zijn 21-jarige zoon Engel van de Stadt (1746-1819), [Ve] op in de compagnieschap (p88).
       1771: Engel van de Stadt wordt „directeur, gaandehouder en naarloper” van de houtzaagmolen „De Bakker” (p106). In de jaren daarna breidde Engel zijn zaken langzamerhand uit, zodat hij eind 1804 vijf molens in bedrijf had: „De Bakker”, „De Jonge Beer”, „De Engel”, „De Huisman” en „De Witte Star” (p113).
       1805: Op 1 Januari 1805 neemt Engel zijn oudste zoon Claas [1] in de zaak op en zij stichten de firma Engel van de Stadt & Zoon. Acht jaar later, in 1813, wordt ook de tweede zoon, Huybert [2], in de zaak opgenomen (p115). De naam wordt veranderd in „E. van de Stadt & Zoonen”. Deze naam is lang behouden gebleven, hoewel zij taalkundig niet meer juist was.

    || Terug naar het begin ||


„De Jonge Beer”, molen van
      Engel van de Stadt


       De bovenkruier-balkenzager „De Jonge Beer” stond oorspronkelijk te Zaandam-West, aan de Hogendijk, buitendijks aan de nieuwe haven. Toen Engel van de Stadt hem in 1812 in eigendom verwierf, heeft hij deze molen laten slopen en laten overbrengen naar Zaandam-Oost, waar hij opgebouwd werd ten Oosten van de Zuiddijk tussen het Sluispad en het Weerpad (zie foto). In 1859 werd de molen „herbouwd”, maar in het zelfde jaar op 30 December door brand verwoest. Het volgend jaar werd hij weer opgebouwd.
       Maar toen op 17 Juli 1893 de molen door de bliksem getroffen werd en tot de grond totaal afbrandde, verscheen er geen nieuwe wiekendrager meer voor (p114 van het familieboek).
       Op de foto rechts zien we de Gouw in Zaandam-Oost ter hoogte van het Sluispad met op de achtergrond molen De Jonge Beer, omstreeks 1880.

    || Terug naar het begin ||



Huybert, 2e zoon van Engel, [2]

       Vanaf 1819 zet Huybert van de Stadt [2] de zaak van zijn vader voort, aanvankelijk nog met zijn jongere broer Cornelis [3], maar na 1827 als enige firmant (mede-eigenaar van de firma). Ongunstige tijdsomstandigheden en een ongunstige gezondheidstoestand doen de zaak hard achteruit gaan, en als Huybert in 1844 overlijdt wacht zijn zoon Jan van de Stadt [21] een zware taak.
       Uit de bedrijfresultaten van de eerstvolgende jaren is te zien, dat de houthandel nog kwijnende bleef. Met veel moeite werd weinig verdiend en soms werd in één jaar verloren wat in twee voorafgaande jaren verdiend was. Omstreeks 1855 kwamen een paar goede jaren en vanaf die tijd ging het steeds beter. Toen de handel in vuren en grenenhout zich goed hersteld had, richtte Jan zijn speciale aandacht op eikenhout. De molen „De Engel” zaagde tot dan toe deze soort, maar in 1866 werd de molen „De Tijd” gebouwd en deze molen zou uitsluitend eikenhout zagen.
       Een volgende belangrijke verandering vond plaats in 1878, toen bij de windmolen „De Engel” een stoommachine werd geplaatst.

    || Terug naar het begin ||


Jan [21]       Toen Jan van de Stadt [21] in 1871 overleed, liet hij aan zijn zoons Huybert [211], Jacob [212], Jan [213] en Cornelis [215] een grote, goed renderende zaak na.




















         Aanvankelijk zetten de vier broers gezamenlijk de zaak voort. Maar toen in 1898 zijn drie broers overleden waren, was Huybert [211] enig lid van de firma, tot aan zijn terugtrekking uit de zaak in 1906 (p195). Deze portret foto's komen uit het jubileum boekje van 1930. Van (over)grootvader Engel van de Stadt bestaat helaas geen schilderij of portret. (De fotografie kwam pas later tot ontwikkeling.)

    || Terug naar het begin ||


Jan [213.1]
       Jan van de Stadt [213.1] kwam als 17-jarige in 1895 als volontair in dienst van de firma, die toen onder leiding stond van zijn oom Huybert van de Stadt [211]. Toen die zich in 1906 terugtrok als firmant, kwam de leiding in handen van genoemde Jan van de Stadt, diens broer Huybert van de Stadt [213.3] en Jacob Voogd. Onder leiding van deze drie jonge leiders vond in 1911 de verhuizing plaats naar een nieuwe locatie achter het spoorstation in Zaandam: Stoom houtzagerij „De Engel”.
       Op de linker foto uit 1910 is de in aanbouw zijnde Houthandel te zien, kijkend in zuidelijke richting. Dus het trein station valt links net buiten deze foto. In het midden is de houten brug te zien, die de enige verbinding tussen de houthandel en het station vormde. De schoorsteen direct rechts naast de brug was in 1910 nog niet helemaal afgebouwd. Verder is achter de brug de houtzaagmolen „Het Jonge Schaap” te zien. In 1938 was de houthandel voor 7000 gulden de nieuwe eigenaar geworden, maar hij werd niet meer gebruikt om hout te zagen.
       Uit het boekje „Het Jonge Schaap, het verhaal van een herrijzenis” van H. van 't Loo en H. Kuyper: „In zijn laatste paar jaar was Het Jonge Schaap eenzaam, maar niet alleen. Miep van de Stadt, [213.1d1] de dochter van houthandelaar Jan, was akela bij de padvinderij en gebruikte de molenschuur als romantisch clubhuis voor haar meisjesscouts. Daar hielden ze hun bijeenkomsten en bewaarden hun kano’s. Later verhuisden de meiden naar het woonhuis van de molen, maar al in het eerste oorlogsjaar werd de padvinderij als beweging verboden en de leden zetten noodgedwongen hun bijeenkomsten clandestien voort, in particuliere woningen. De laatste bovenkruier van de Zaanstreek werd gesloopt in mei 1942 door de firma Boerendans.” De molen werd in 2007 herbouwd op de Zaansche Schans, geheel volgens de bewaard gebleven oude bouwtekeningen.
       De rechter foto kijkt in noordelijk richting en laat rechts het oude trein station van Zaandam zien en links de houthandel met de hoge schoorsteen.
    || Terug naar het begin ||



  Nieuwe Stoomhoutzagerij, 1911

[Bron: boekje uit 1911 van JanNico en Wil van de Stadt-de Vries.]










                 || Terug naar het begin ||
Jan 50 jaar in het hout!

       Op 15 juli 1945 was Jan van de Stadt 50 jaar in dienst van de houthandel. Ter gelegenheid daarvan was het hele personeel (alleen mannen) uitgenodigd voor een receptie in het grote, fraaie woonhuis, Westzijde 38 te Zaandam, waar de bijgaande foto van de jubilaris en het hele personeel werd genomen. Op de voorste rij zitten v.l.n.r. de heer Johan Pieters (procuratiehouder), zoon Gé [213.13], jubilerende Jan [213.1], en zonen Nico [213.12] en Jan Huybert [213.11], en Hein Hoenderbos (chef van de Eikenwerf).






















       Op de foto rechts: De 67-jarige directeur Jan van de Stadt [213.1] op 15 juli 1945 te midden van de bloemstukken naar aanleiding van zijn jubileum „50 jaar in het hout”.


Tegeltableau
       Op 15 juli 1945 werd het onderstaande tegeltableau met een afbeelding van de houthandel aan de jubilarende directeur Jan „aangeboden door het personeel”, zoals op de wimpel van het tableau valt te lezen. Op de hoge schoorsteen stond trots de naam „E. van de Stadt & Zoonen”, zoals de titel op de rug van een boek. Verder is op het tegeltableau duidelijk te zien hoe leeg de balkenhavens rondom de fabriek nog waren zo vlak na de tweede wereldoorlog.

















       Van de bovenstaande lucht foto's is de linker foto een vroege versie uit 1924 (!), terwijl de rechter van 1950 dateert, waar duidelijk te zien is dat er 5 jaar na de oorlog weer veel balken in de havens liggen. In de rechter benedenhoek van beide foto's is nog net een stukje van de spoorlijn te zien.

    || Terug naar het begin ||


Ridder Jan 1955


15-7-1955: De 77-jarige jubilaris wordt geridderd.


De ridder in gesprek met zijn 6 jaar jongere broer Huib [213.3]
      Ridder Jan van de Stadt
77 jaar oud, 60 jaar in het hout

[Bron: uit een Zaanse krant]


      Tijdens de in De Harmonie in Zaandam gehouden receptie maakte burgemeester W. Thomassen bekend, dat de jubilaris bij Koninklijk Besluit was benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
      Burgemeester Thomassen zei ondermeer „ Het is een uitzonderlijke dag voor u en uw Stadt-genoten. Een zestigjarige verbintenis aan een zaak komt practisch niet meer voor en het zal vermoedelijk in de toekomst in 't geheel niet of uiterst zelden voorkomen."
      Na te hebben gememoreerd welke de verdiensten waren en zijn van de heer Van de Stadt voor het bedrijf waarvan hij met twee zoons directeur is, vervolgde de heer Thomassen met een opsomming van de particuliere werkzaamheden van de jubilaris zoals daar zijn en waren: kerkvoogd der Ned. Herv. Gemeente, hoogheemraad van Uitwaterende Sluizen voor Kennemerland en Westfriesland, bestuurslid van de polder Westzaan, departement van Nijverheid en Handel, Nut van 't Algemeen en Nutsspaarbank.
      Voorts herinnerde de burgemeester aan de uitgave van een boekwerk, waarin de geschiedenis van de familie Van de Stadt wordt beschreven.

|| Terug naar het begin ||



Jan 67 jaar in dienst

       Uiteindelijk bleef Jan van de Stadt [213.1] tot 1962 in dienst van de houthandel, waarmee hij dus een 67-jarige arbeids verbintenis had! Drie van zijn 5 zonen werden in 1931 deelgenoot en 2 van hen later directeur van de houthandel: Jan Huybert [213.11] van 1931 tot 1936 (hij kreeg in 1936 een betrekking bij een ander bedrijf aangeboden), Nicolaas Johan [213.12] van 1931 tot 1967 en Gerard Anton [213.13] van 1931 tot 1966. Na het terugtreden van Nicolaas Johan als directeur in 1967 werd hij opgevolgd door zijn zoon Jan Nico [213.121]. Onder zijn leiding kwamen grote veranderingen tot stand in de organisatie, waaronder een naamsverandering, en ook werd een nieuwe locatie in de achtersluispolder betrokken.

       Toen Jan Nico van de Stadt in 1990 gepensioneerd werd kwam bij de houthandel een familietraditie ten einde van 7 generaties: Engel van de Stadt (1e generatie), Huybert van de Stadt (2e), Jan van de Stadt (3e), Huybert van de Stadt (4e) (aanvankelijk met zijn 3 broers Jacob, Jan en Cornelis), Jan van de Stadt (5e) (aanvankelijk met zijn broer Huybert), vervolgens zijn 3 zonen Jan Huybert, Nicolaas Johan en Gerard Anton van de Stadt (6e) en tenslotte Jan Nico van de Stadt (7e generatie). Als we even afzien van de vroege activiteiten in de houthandel vanaf ongeveer 1694 tot de oprichting van „E.van de Stadt & Zoonen” in 1805, dan stond de familie van de Stadt aan de leiding van de Zaanse houthandel over een periode van 185 jaar, van 1805 tot 1990.

       Hierbij dient te worden opgemerkt dat in de 30-er jaren, tijdens de grote depressie, de houthandel een zeer moeilijke tijd doormaakte, waarbij Teeuwis Duyvis, zoon van Guurtje van de Stadt en Ericus Gerardus Duyvis, en destijds directeur van de N.V. Oliefabrieken T. Duyvis Jz. te Koog aan de Zaan, het voortbestaan van de houthandel geholpen heeft met een ruimhartige lening. Van deze lening werd in de 80-er jaren, ten tijde van het directeurschap van Jan Nico van de Stadt, de laatste termijn terugbetaald. De familie Duyvis heeft daardoor in belangrijke mate het voortbestaan van de houthandel ondersteund.

    || Terug naar het begin ||


|| Terug naar andere verhalen. ||


Laatste tekst wijziging: 28 sept 2017