De alias-naam van zijn vader duidt er op dat hij een slepersbedrijf had of als slepersknecht heeft gewerkt. Slepers werden gebruikt op het toen nog ongetemde IJ, of om schepen lang Pampus te slepen. Er werd dan gebruik gemaakt van zogenaamde waterschepen, een historisch scheepstype van de Zuiderzee met een bun of kaar, voor het levend houden van vis, getuigd met een sprietzeil en een fok, gebruikt om vis over te brengen van vissers op zee naar de wal en ook als sleepboot om grotere schepen over ondieptes te slepen. (Tekst en foto van een waterschip volgens Wikipedia)
Van de moeder van Huybert, Guurtje van de Stadt, is het geboortejaar niet bekend. Wel bekend is dat ze in 1682 overleed. Zij is de oudst bekende Guurtje met die achternaam, en mag wel de stammoeder van de familie genoemd worden, want de stamvader heette eigenlijk Kraft... Haar voornaam werd vele jaren na haar overlijden niet meer gebruikt, maar tussen 1813 en 1883 werden er in Zaandam maar liefst 8 Guurtjes van de Stadt geboren. In de stamboom takken van de familie zijn ze terug te vinden met coderingen 1d2, 2d1, 21d3, 22d1, 24d2, 3d4, 310d3 en 47d3. Zij hadden een grootmoeder Guurtje Zwaardemaker (1792-1868) en een overgrootmoeder Guurtje Kroeger (1750-1827). Zij hadden dus allemaal dezelfde stammoeder Guurtje van de Stadt.
We geven nog enkele citaten uit het familieboek:
„ Inschrijving in het Trouwregister der Ned. Hervormde kerk te West- Zaandam: ’ Getrout den 6e Maert 1678 - Huybert Symons van de Stadt, jongman in de Kerckbuurt met Lobje Pieters, jongedochter op Jaep Schoenspadt’ ”
„Huybert heeft kort na zijn huwelijk een nieuw kwakschip gekocht, waarvoor hij op 11 September 1678 bekende 380 gulden schuldig te zijn aan Jan Dircksz. Roos, die waarschijnlijk de scheepstimmerman van dit kwakschhip geweest zal zijn, want er is sprake van: ’de koop van een nieuw hol van een quackschip’. Wij moeten aannemen dat hij met deze kwak dezelfde slepersdiensten bewees als zijn voorouders van vaderszijde met het waterschip. Uit de gegevens van houtaankopen op de houtveilingen te West-Zaandam concluderen wij dat Huybert zich niet alleen op sleepdiensten toegelegd heeft.”
„ Een accoord uit het jaar 1700 van de Schepenrol van het gerecht van Westzaan vermeldt dat Pieter Jacobs Slom en Aaltje Claes [de ouders van Lobje] door hun hoge leefijd zo verzwakt zijn, dat zij verzorgd zullen worden door hun enige 2 dochters. Daar zij niets anders ter wereld bezitten dan vijfendertig gulden aan geld, een grafstede in de Westzijderkerk, een weinig huisraad en hun kleren, moest er wel voor hen gezorgd worden.”
„ Huybert blijkt geen gemakkelijk heerschap geweest te zijn. In de resolutieboeken der Ned. Hervormde Gemeente te West-Zaandam komen wij hem een paar maal onder de „gecensureerden” tegen. [iemand die door de kerk wordt verboden bepaalde uitlatingen te doen] Dat gebeurde in 1687 en 1688 wegens dronkenschap, en in 1687 omdat hij met zijn broeder gevochten had. Toen men de zaak met zijn vrouw besprak, bleek echter dat er omstandigheden aan te voeren waren, die hem enigermate verontschuldigden. De kerkeraad besloot echter wel: ’dat hij sigh voor dese reijse van de Tafel des Heeren sal onthouden om alle ergernisse te vermijden.’ Zoals wij zien heeft Huybert in zijn vrouw een goede pleitbezorgster gehad.”